#11 – Vroegere handelsvaart met zeilschepen

Wist je dat er in Egypte rond 4000 v.Chr. al zeil werd gebruikt op schepen? Dan kun je je voorstellen dat de zeilende handelsvaart al een lange historie heeft. Aan het eind van de 18e eeuw, vrij aan het begin van de industriële revolutie, maakten zeilschepen plaats voor stoomschepen en begin 1900 voor gemotoriseerde schepen.

Oude beschavingen en handelsvaart

De Egyptische farao Snofroe liet al rond 2600 v.Chr. zeilschepen bouwen van 50 meter lang. Daarvan stuurde hij er 40 naar Libanon om cederhout te halen.

Zeeslagen en handelsvaart

In Europa bouwden de Romeinen vanaf twee en een halve eeuw voor Christus een grote vloot op. De vloot diende aanvankelijk voor zeeslagen, maar werd ook steeds meer ingezet voor handel. In deze tijd werd piraterij een serieus probleem. Na de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk in 476, liep de handel en daarmee de scheepvaart in West-Europa sterk terug. Het waren de Vikingen die vanaf ongeveer het jaar 800 de zeeën beheersten.

Kruisvaarten en handelsvaart

In de 11e en 12e eeuw zorgden de kruisvaarten voor een opleving van de scheepvaart en zo begonnen zich vanaf de 12e eeuw weer handelsverbanden te vormen. De echte grote handelsvaart werd echter pas ingeluid op 12 oktober 1492, toen Columbus Amerika ontdekte. Dit moment wordt  beschouwd als het einde van de middeleeuwen. De anderhalve eeuw die nu aanbrak, was van groot belang op het gebied van navigatie, geografie en economie.

Ontdekkingsreizen en handelsvaart

Nu zeker was  dat de aarde rond was, ging men op zoek naar nieuwe handelsroutes. Dit was de tijd van de ontdekkingsreizen. De schepen werden verder ontwikkeld en kregen rond 1600 zelfs drie masten. Koopman en schipper werden langzaamaan twee verschillende beroepen. De koopman was aan boord niet langer degene met de hoogste rang.

Nederlandse handelsvaart met ‘het Oosten’

Nederland is van oudsher een belangrijk handelsvaartland. De in 1602 opgerichte Vereenigde Oostindische Compagnie bijvoorbeeld, was destijds het grootste handelsbedrijf ter wereld. Het handelsgebied van de VOC strekte zich uit van Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika tot aan Japan . De handel ging vooral om kruiden en specerijen. De VOC werd erg machtig en veroverde diverse delen van Indonesië en ook in Zuid-Afrika werden forten gebouwd. Later verschoof het zwaartepunt enigszins van Indonesië naar India, maar ook de betrekkingen met Japen en later China waren belangrijk.  De VOC werd opgeheven in 1799. Oorzaken: corruptie onder VOC-ambtenaren, concurrentie van de Britse handelsvaart en begin van de industriële revolutie.

Nederlandse handelsvaart met ‘het Westen’

Behalve handelsvaart met het Oosten, was er ook handelsvaart vanuit Nederland met het Westen. Sinds 1623 was er de eerste West Indische Compagnie, waarvoor de handel met west Afrika, de Caraïben, Noord Amerika en Zuid Amerika het belangrijkste was. De eerste WIC haalde aanvankelijk met name zout en suiker uit het Caribisch gebied en Zuid Amerika. Uit Curacao nam men onder andere verf, vee, brandstof en kalk mee. Verder hield de WIC zich bezig met ‘kaapvaart’.  Dat wil zeggen dat ze schepen overvielen van landen die met ons land in oorlog waren. De ‘kaperbrieven’ op basis waarvan ze dit mochten doen, waren in essentie piraterijvergunningen. De eerste WIC ging failliet door oorlogsperikelen met Spanje.

Slavenhandel

Maar, er was meer aan de hand. Amerika, het ‘nieuwe’ continent werd sinds Columbus er voet aan wal had gezet, gekoloniseerd door verschillende Europese landen die al snel ontdekten dat de bodem op veel plekken geschikt was voor suikerplantages. Daarom stichten ze plantages, waarop ze aanvankelijk de inheemse indianenbevolking gedwongen te werk stelden. Veel indianen stierven door de ziektes die de Europeanen met zich meebrachten. Daarom werd besloten dat werkkracht ergens anders vandaan moest komen.

Ook ons land had hier een groot aandeel in. Toen de eerste WIC failliet ging, werd in 1674 aansluitend de tweede WIC opgericht. De tweede WIC hield zich vooral bezig met slavenhandel. De grootste schepen die hiervoor werden uitgerust, waren fluiten, pinassen en fregatten van tussen de 100 en 120 voet lang. Officieel was er een standaard van vijfhonderd slaven per keer, maar ze vervoerden gemiddeld zeshonderd slaven per keer. De bemanning van de schepen telde vijfenveertig tot zestig man. De gemiddelde reis van een slavenschip duurde 516 dagen, inclusief wachttijd in Afrika en Amerika en inclusief de terugreis naar de Republiek der Nederlanden.

De slaven werden voor 200 gulden (ongeveer een jaarloon voor een arbeider) verkocht aan tussenhandelaren en deze brachten ze onder andere naar Suriname en Sint Maarten, waar ze aan plantage-eigenaren verkocht werden. Zo kwamen ze ook op cacaoplantages te werken.

Driehoeksvaart

Op de reis terug naar Europa nam de WIC onder andere suiker, tabak, koffie en katoen mee terug naar Nederland, waarna ze weer naar West-Afrika gingen. Daarom sprak men ook wel van ‘de driehoeksvaart’. De Tres Hombres vaart in grote lijnen via deze traditionele handelsvaartroute van de WIC naar de Cariben en terug.

Het leven aan boord

Zoals je misschien al wel verwachtte, was het leven aan boord vroeger geen pretje. De omstandigheden waren bar en boos. Om te beginnen gingen er vaak te veel mensen mee aan boord. Op VOC schepen bijvoorbeeld kwam tweederde van de uitgevaren matrozen en soldaten niet meer terug door oorlogen of ziektes.  

Op reis kreeg men veel  zout voedsel. Met zout hield men het voedsel wel langer houdbaar, maar het gevolg was dat de bemanning veel dorst had, terwijl het water dat men meenam uit Nederland al na een paar maanden niet meer goed drinkbaar was. Er zaten dode insecten in en het stonk vreselijk. 

Op het overloopdek, waar een grootdeel van de bemanning verbleef, was het een grote puinhoop. Zeelieden en soldaten leefden hier opeengepakt tussen hangmatten, matrassen en kanonnen. Ziekten verspreidden zich snel lichaamsgeuren en pislucht maakte het benedendeks, waar de wind niet kwam, bedompt en muf. 

Hiërarchie

Ongeveer een derde van de mensen op handelsschepen waren kooplieden, ambachtslieden, ambtenaren en soldaten. De bemanning was de grootste groep aan boord. Lange tijd was de opperkoopman degene met de hoogste positie aan boord. Later pas werd de schipper of de kapitein hoger in rang.

Op de schepen heerste er een strikte scheiding tussen de bemanning en de bevelvoerende elite. De elite verbleef in redelijke luxe, maar de leefruimten van de bemanning lagen benedendeks en voor de grote mast. In het algemeen woonde en sliep men waar men ook werkte. De kok had zijn verblijf in de kombuis, de timmerman bij zijn werkplaats enzovoort. Het zonder toestemming betreden van het deel van de elite werd bestraft.

Straf aan boord

Aan boord konden geldstraffen en lijfstraffen worden uitgedeeld. Lijfsftraffen verschilden afhankelijk van de aard van het vergrijp. Zo kende men opsluiting op water en brood, kastijding, geseling of het vastnagelen van de hand aan de mast met een mes. Bij ernstige misdrijven ging men over tot kielhalen. De bestrafte persoon werd dan vaak enkele keren onder de kiel van het schip doorgetrokken. Op muiterij ( werkweigering of een machtsgreep) stond de doodstraf door ophanging aan de mast of door fusilleren (doodschieten).

De 18e eeuw: De industriële revolutie, het einde van de zeilende handelsvaart

De industriële revolutie begon rond 1750 in Engeland en breidde zich vanaf daar uit naar Europa en de rest van de wereld. De stoommachine stond aan het begin van deze ontwikkeling. In Frankrijk had markies Claude de Jouffroy een 13 meter lange werkende stoomboot met roterende schoepraderen, de Palmipède. Het schip voer over de Doubs in juni en juli 1776, waarmee het waarschijnlijk het eerste stoomschip is dat een geslaagde proefvaart maakte. Ruim een eeuw later, in 1903, werd in Rusland het eerste motorschip ter wereld te water gelaten. Dit schip, de Vandal, voer op dieselelektrische aandrijving.

En nu: van industriële revolutie naar transportrevolutie?

Zo maakte de zeilende handelsvaart dus plaats voor de gemotoriseerde handelsvaart. Destijds was dat een enorme vooruitgang.  De slavernij werd afgeschaft en het welzijn van bijna alle mensen ging erop vooruit. Maar, en dat weten we nog niet zo lang, het welzijn van de aarde gaat er sinds de industriële revolutie juist op achteruit. Pas de laatste decennia zien we duidelijk de ingrijpende effecten van fossiele brandstoffen op het milieu. Er is te veel vervuiling en het klimaat verandert zo snel dat de aarde zich niet goed kan aanpassen. Ecosystemen raken overbelast en natuurlijke bronnen raken uitgeput. Mensen en organisaties die vooral bezig zijn om veel macht en/of geld te verwerven, zien vaak niet dat het gezegde ‘je kunt je geld maar één keer uitgeven’ ook van toepassing is op de aarde. Op is op.

Dit is de reden dat Fair Transport is opgericht. Fair Transport vindt dat het tijd is om de zeilende handelsvaart weer terug te brengen. Motorkracht moet weer plaats maken voor windenergie. Lees hier meer over het waarom. Met de Tres Hombres laten ze zien dat het kan.

Interessant om te weten:

  • De Chinezen vonden rond 2600 v.Chr. het kompas uit.
  • Piet Hein, die bekend is vanwege zijn overwinning op de Spaanse zilvervloot (en van het liedje…) was voor sommigen een piraat, maar hij had officieel een kaapbrief. Hier lees je het hele verhaal.
  • De trans-Atlantische slavenhandel duurde van de late 15e eeuw tot in de 19e eeuw. In die periode hebben de Britten, Spanjaarden, Portugezen, Fransen, Denen en Nederlanders samen minstens 10 miljoen slaven naar Amerika getransporteerd.

2 gedachten over “#11 – Vroegere handelsvaart met zeilschepen”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *